Buiten sporten is gezond
1. Met dank aan de zon: vitamine D
Het opzoeken van the great outdoors is de beste manier om je lichaam te voorzien van vitamine D. Door het UV-licht maakt je lichaam deze vitamine aan in de huid. Vitamine D is essentieel voor je botten en je immuunsysteem. Via de voeding krijgen we niet altijd genoeg vitamine D binnen en in de winter, als de zon niet zo sterk is, kan het nodig zijn om extra supplementen te slikken.
2. Je slaapt veel beter
Door buiten te bewegen, profiteer je van het buitenlicht. Dat licht is veel krachtiger dan het licht van lampen. En dat helpt bij het afstellen van je biologische klok en je hormoonhuishouding. Vooral voor de productie van het slaaphormoon melatonine is dat belangrijk. Ben je overdag lekker veel buiten geweest, dan maak je ’s avonds meer melatonine (slaaphormoon) aan en slaap je beter.
3. Pak die winterdip aan
Buitenlicht laat ook een verband zien met de kans op een depressie. Ook dat heeft mogelijk te maken met de hormoonhuishouding: zon- en daglicht stimuleren de aanmaak van serotonine in de huid. Deze neurotransmitter heeft een positief effect op onze stemming, wat ervoor zorgt dat je lekkerder in je velzit. Daarom is het juist ’s winters een goed idee om door weer en wind buiten te wandelen of te fietsen.
4. Lucht in het park is schoner
Als je gaat sporten in een park of in het bos profiteren je longen. De lucht in de buurt van bomen en planten is schoner. Omwonenden van parkjes of bossen lijden daarom minder aan longklachten – en overigens ook minder aan depressies, hart- en vaatziekten en diabetes. Dat weten we uit onderzoek van de Nederlandse socioloog Jolanda Maas, werkzaam bij het VU Medische Centrum, onder ruim 345.000 stadsbewoners (1,2).
5. Doen: kijken naar de kleur groen
Het zien van bomen en de kleur groen maakt dat bewegen nog krachtiger helpt ontspannen. Engelse onderzoekers lieten mensen trainen op een lopende band, terwijl ze keken naar een muur waarop ‘natuur’ of een stedelijke omgeving te zien was. Van het bewegen alleen ging al een positief effect uit. De bloeddruk daalde, de stemming verbeterde, net als het gevoel van eigenwaarde. Het effect was echter veel groter, als de deelnemers keken naar een prettige, groene omgeving. Een stedelijke omgeving verminderde het positieve effect (3).
6. Goed voor de motivatie
Sporten in een groene omgeving blijkt ‘verslavender’ te zijn en sterker te motiveren dan sporten in de stad of in een sportcentrum, zegt onderzoek (4). Mensen vinden het simpelweg leuker, prettiger en aangenamer om rondjes te rennen in het park dan op de lopende band (behalve als het regent misschien) en daarom houden ze het langer vol.
7. IJskoud? Dat helpt bij afvallen
En als het buiten ijskoud is? Ja, ook dan is buiten bewegen extra goed voor je. Recent onderzoek van onder andere de Universiteit van Maastricht laat zien dat zowel sporten als een lage omgevingstemperatuur het bruine vetweefsel aanzet tot het verbranden van lichaamsvet en dat kan helpen om sneller af te vallen of op een gezond gewicht te blijven (5).
8. Train de oogspieren
De ogen kunnen buiten meer ronddwalen, verder wegkijken, waardoor meer afwisseling optreedt tussen ver en nabij kijken, wat de oogspieren traint. Kinderen en jongeren die meer tijd doorbrengen in de buitenlucht, hebben mede daarom waarschijnlijk minder kans om bijziend te worden.